Anjos e Demônios (1969)

Virgínia is een wees tiener die bij haar rijke oom Marcos woont, die ze gebruikt met barbituraten om feestjes in het appartement te geven voor haar vrienden. Op deze feesten, die door minderjarigen worden bijgewoond en gevuld zijn met drugs en alcohol, raakt ze betrokken bij de oplichter en schurk Paulo, een tiener die in de noordelijke zone van Rio de Janeiro woont. Zij en Paulo belanden bij de politie nadat ze andere minderjarigen seksueel hebben misbruikt, maar de advocaat van haar oom, Henrique, weet hen te behoeden voor vervolging. Virgínia veinst dankbaarheid en benadert Henrique en, wanneer ze door haar oom de stad uit wordt gehaald, om weg te komen van 'slecht gezelschap', vertelt ze hem haar plan: haar oom vermoorden om zijn fortuin te krijgen. Henrique laat zich met het meisje in aanraking komen, zonder te weten dat zij hem inderdaad wil chanteren.